Handleidingen > Fstab uitleg

Contents

  • 1 Wat is fstab ?
  • 2 Voorbeeld van fstab
  • 3 Uitleg over de opbouw van fstab
  • 4 Zie ook

1. Wat is fstab ?

Fstab is een bestand waarin aangegeven staat welke apparaten (partities, cd-stations, usb-sticks) bij de systeemstart gemount moeten worden, en er staat ook in in welke mappen apparaten die niet bij de systeemstart gemount moeten worden gemount worden.

2. Voorbeeld van fstab

Hier een voorbeeld van mijn /etc/fstab. Het kan handig zijn bij de uitleg die volgt.

# This file is edited by fstab-sync - see 'man fstab-sync' for details
LABEL=/                 /                       ext3    defaults        1 1
LABEL=/boot             /boot                   ext3    defaults        1 2
none                    /dev/pts                devpts  gid=5,mode=620  0 0
none                    /dev/shm                tmpfs   defaults        0 0
LABEL=/home             /home                   ext3    defaults        1 2
none                    /proc                   proc    defaults        0 0
none                    /sys                    sysfs   defaults        0 0
/dev/hda5               swap                    swap    defaults        0 0
/dev/hda6		/mnt/data	        auto    defaults,user,users,rw,umask=000 1 0
/dev/fd0                /media/floppy           auto    pamconsole,exec,noauto,managed 0 0
/dev/hdc                /media/cdrom            auto    pamconsole,exec,noauto,managed 0 0

3. Uitleg over de opbouw van fstab

Zoals je hierboven kunt zien is het bestand /etc/fstab opgebouwd uit 6 kolommen.

De eerste kolom bestaat uit de apparaat-namen van de apparaten. Voor harde schijven is de devicenaam te achterhalen met het commando fdisk -l. Voor USB-sticks kan je dat zien met het commando ‘dmesg’, nadat je de usb-stick in de computer hebt gedaan. Op één van de laatste regels staat dan iets als hda1, of sda. De complete devicenaam is dan /dev/hda1 of /dev/sda. De devicenaam van een cd/dvd kan je achterhalen met het commando dmesg | grep “CD”.

De tweede kolom geeft het koppelpunt (mountpoint) aan. Dat is de map waarin je de inhoud van een apparaat kunt bekijken. Voor cd’s/dvd’s is dit standaard meestal /media/cdrom. Dat wil zeggen dat je de inhoud van een cdrom kunt bekijken in de map /media/cdrom.

De derde kolom geeft het bestandssysteem van het te mounten apparaat. In de meeste gevallen kan je auto invullen. Weet je het precieze bestandssysteem, dan is het wel aan te raden om dat in te vullen.

De vierde kolom, daarin kan je extra parameters aangeven. De parameters moeten door komma’s gescheiden worden. De meest gebruikte parameters zijn:

  • defaults, dat moet je invullen om de standaard waarden te gebruiken.
  • noauto, het apparaat moet bij het starten niet automatisch gemount worden.
  • user, zet dat erneer als ook niet-root gebruikers rechten moeten hebben om het apparaat te mounten.
  • rw, zorg ervoor dat je op het apparaat kunt lezen (r) en schrijven (w).
  • ro, maak het apparaat alleen-lezen.

De vijfde kolom geeft aan of het programma dump een reservekopie van het apparaat moet maken als het wordt gedraaid.

De zesde kolom geeft aan óf, en ik welke volgorde, het apparaat gecontroleerd moet worden door het schijfcontroleprogramma fsck na een systeemcrash. Voor de root-partitie moet hier ‘1’ staan, voor andere apparaten eventueel een ‘2’. Is de kolom leeg, of bevat ze een nul, dan slaat fsck het betreffende apparaat over.

4. Zie ook

Category: